Verbod op oneigenlijk gebruik van lachgas

Vanaf maandag 8 april 2024 geldt er een verbod op het oneigenlijk gebruik van lachgas. De invoer, de uitvoer, de doorvoer, de vervaardiging, de bewaring (opslag onder de vereiste voorwaarden), de etikettering, het vervoer, het bezit, de makelarij, de verkoop en het te koop stellen, het voorschrijven, het afleveren of het aanschaffen van lachgas, tegen betaling of kosteloos, zowel fysiek als online, is vanaf dan strafbaar met strafrechtelijke sancties, zoals voorzien in art. 2bis, §1 Drugswet.1 Uitsluitend wanneer het gebruik bestemd is voor medische of technische doeleinden of als voedingsadditief is er geen sprake van een misdrijf.

WAT NU?

  • Door de gewijzigde regelgeving kunnen lokale besturen het oneigenlijk gebruik van lachgas niet meer reguleren en bestraffen met gemeentelijke administratieve sancties. Lokale besturen die hierover bepalingen hadden opgenomen in hun algemene politieverordening zullen deze moeten schrappen.
  • Het draaiboek van lachgas zal in de nabije toekomst worden aangepast aan deze nieuwe regelgeving.
  • Aangezien distikstofmonoxide wordt gekwalificeerd als een verdovend middel zal de burgemeester vanaf nu ook een maatregel van bestuurlijke politie kunnen opleggen op grond van art. 9bis Drugswet voor zover aan alle toepassingsvoorwaarden van dit artikel is voldaan.

Meer informatie over deze wijziging kan u terugvinden in het Koninklijk Besluit betreffende het oneigenlijk gebruik van distikstofmonoxide.

1 Wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, BS 6 maart 1921.