Tweede verblijf
Als tweede verblijf wordt beschouwd elke private woongelegenheid die niet het hoofdverblijf is van de zakelijk gerechtigde of de huurder, maar die op elk moment door hem kan worden bewoond, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de chalets gelijkgesteld aan caravans die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.